Centerdata heeft in opdracht van het ministerie van OCW voor de tweede keer de actuele personeelstekorten in het primair onderwijs binnen de G5 (Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) en voor de eerste keer op landelijk niveau gemeten. Het rapport met resultaten is recent gepubliceerd.
We vinden dat het lerarentekort buiten de G5 ongeveer 8% van de werkgelegenheid bedraagt en het hoogste is in zuidelijk Noord-Holland en zuidelijk Zuid-Holland. Binnen de G5 bedraagt het lerarentekort ongeveer 14%. Daarmee is in de G5 sprake van een stijging van de tekorten sinds oktober 2020. Voor het gehele land (inclusief de G5) is sprake van een lerarentekort van ongeveer 9% van de werkgelegenheid in het gehele primair onderwijs, wat zich vertaalt naar ongeveer 9.100 fte.
Van G5 naar landelijke meting
In februari en oktober 2020 heeft DUO een meting gedaan van de tekorten in het primair onderwijs in Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Almere. In februari 2021 heeft Centerdata de metingen in de G5 overgenomen, onder aansturing van een samenwerkingsverband van de schoolbesturen en gemeenten, en de dataverzameling omgezet in een online vragenlijst. Daarbij is de uitvraag uitgebreid met de gemeente Amsterdam en vragen omtrent de tekorten onder schoolleiding. Bij de technische verkenning in juni 2021 is gebleken dat opschaling naar een meting onder alle scholen voor primair onderwijs in Nederland (ongeveer 7000 scholen) goed mogelijk is. Voor het eerst zijn in oktober 2021 op deze manier de actuele personeelstekorten in het gehele primair onderwijs gemeten.
Werken in een snelkookpan
De personeelstekorten zijn gemeten via een online vragenlijst. De scholen hebben 5 weken gekregen om de uitvraag in te vullen. Schoolbesturen en de G5-gemeenten hadden een grote rol in het proces om scholen te stimuleren de uitvraag in te vullen. Na afloop van de dataverzameling hebben schoolbesturen een terugkoppeling gekregen met de data van de eigen scholen en totalen over de tekorten voor het schoolbestuur. Gemeenten in de G5 hebben ook de data van hun gemeente gekregen, waarbij voor schoolleidingstekorten alleen (sub)totalen zijn opgeleverd. Dankzij uitgebreide voorbereidingen zijn de gegevens binnen twee weken verwerkt, geanalyseerd en opgenomen in een uitgebreid rapport dat het ministerie van OCW nodig had voor de rapportage aan de Tweede Kamer.
Wat zijn de resultaten?
De respons in de G5 (ongeveer 90%) bleek zoals verwacht hoger dan buiten de G5 (55%). Dit wordt veroorzaakt door een deelnameverplichting binnen de G5, die niet bestaat buiten de G5. Onderzoeken zonder deelnameverplichting die Centerdata heeft uitgevoerd onder vergelijkbare doelgroepen laten doorgaans een respons van minder dan 25% respons zien. De respons buiten de G5 is met 55% daarom zeer hoog. De verzamelde gegevens laten zien dat het lerarentekort landelijk ongeveer 9% van de werkgelegenheid in het gehele primair onderwijs bedraagt. Uit ons onderzoek blijkt dat het zeer moeilijk is voor scholen om voldoende leraren te vinden om langdurige vervanging (zwangerschap en ziekte) in te vullen. We vinden daarnaast dat vooral scholen met een complexe leerlingpopulatie (een hoge schoolweging) door tekorten getroffen worden. Regionaal ontstaat het volgende beeld van de tekorten in het reguliere basisonderwijs.
Het lerarentekort buiten de G5 is het hoogste in zuidelijk Noord-Holland en zuidelijk Zuid-Holland. Oostelijk Nederland heeft de laagste tekorten. Omdat binnen de G5 de lerarentekorten al vier keer verzameld zijn, is dit ook over de tijd te volgen. We zien in onderstaande figuur dat de lerarentekorten in het reguliere basisonderwijs in de G5 sinds oktober 2020 gestegen zijn. In oktober 2021 liggen de lerarentekorten gemiddeld ongeveer 5%-punt hoger dan in oktober 2020. Alle gemeenten in de G5 laten een beeld van stijgende tekorten zien, waarbij Utrecht nog wel relatief de laagste tekorten heeft.
De tekorten onder schoolleiders (dit omvat directeuren en adjunct-directeuren) zijn buiten de G5 relatief hoger dan onder leraren. We vinden daar een tekortpercentage van 12,5% (tegen 7,5% onder leraren), dat ook zwak positief gecorreleerd is met het lerarentekort (hoe hoger het tekort aan schoolleiding, hoe hoger wellicht ook het tekort aan leraren, en vice versa). Binnen de G5 is het beeld wisselender, liggen de tekortpercentages onder leraren en schoolleiders dichter bij elkaar en is geen correlatie tussen de tekorten aan leraren en schoolleiding gevonden. Het totale landelijk gemiddelde tekort aan schoolleiding bedraagt ongeveer 12,9% van de werkgelegenheid voor schoolleiding, wat zich vertaalt in een tekort aan schoolleiding van ongeveer 1.100 fte.
Zie ook het persbericht van de PO-raad.