Veel Nederlanders zijn minder digitaal vaardig dan ze zelf denken. Een aanzienlijk deel van de Nederlanders heeft namelijk moeite met het herkennen van nepwebwinkels en phishingberichten, terwijl zij zelf denken dat ze die wél zouden herkennen. Dat blijkt uit onderzoek voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In dat onderzoek evalueerde Centerdata de kritische digitale vaardigheden van Nederlanders: welke vaardigheden missen zij en waarover willen ze graag meer weten?
Digitalisering biedt kansen voor onze samenleving en economie. Het zorgt echter ook voor een kloof en groeiende ongelijkheid in de samenleving. Niet iedereen heeft namelijk de vaardigheden die nodig zijn in een digitaliserende wereld.
Goede digitale vaardigheden zijn fundamenteel voor een goed begrip van en deelname aan de huidige en toekomstige samenleving. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wilde daarom graag weten hoe het precies staat met de digitale vaardigheden van Nederlanders. Zijn zij bijvoorbeeld goed in het uitvoeren van zoekopdrachten en weten zij wat phishingberichten zijn? En zijn er verschillen te herkennen tussen groepen?
Onderzoek naar kritische digitale vaardigheden
Waar eerder onderzoek vooral focuste op de meer functionele vaardigheden (‘knoppenkennis’), richt dit onderzoek juist op de meer kritische digitale vaardigheden, die bijdragen aan digitaal bewustzijn. Senior onderzoeker Roxanne van Giesen leg uit: ‘Het gaat er dan bijvoorbeeld niet om of mensen weten hoe je een e-mail verstuurt, maar wel of ze weten hoe je betrouwbare van minder betrouwbare informatie kunt onderscheiden.’
We brachten voor verschillende doelgroepen in kaart welke kritische vaardigheden mensen missen. Ook maakten we inzichtelijk welke dingen mensen zelf graag willen leren.
Interviews en vragenlijstonderzoek naar digitale vaardigheden
Eerst interviewden we twaalf mensen met hele verschillende achtergronden, van helemaal niet digitaal vaardig tot zeer digitaal vaardig. Daarnaast vond een focusgroep met experts plaats. Deze experts werkten voor organisaties met aanbod voor niet-digitaal vaardigen of hulpaanbod bij digitale problemen.
Daarna werd een online vragenlijst uitgezet in ons representatieve LISS panel. De data van 1.392 respondenten werden geanalyseerd.
In de vragenlijst werden de digitale vaardigheden van Nederlanders op een subjectieve manier gemeten. We vroegen hen namelijk wat ze (denken te) kunnen. Om de vaardigheden daarnaast ook op een objectieve manier te vast te stellen, vroegen we respondenten verschillende taken uit te voeren. Ze moesten bijvoorbeeld iets opzoeken, een product kopen, nepnieuws en phishingberichten herkennen en aangeven welke berichten wel of niet gedeeld zouden mogen worden op social media.
Zo konden we het eigen oordeel van respondenten over hun kritische digitale vaardigheden vergelijken met hun daadwerkelijke vaardigheden: kunnen mensen net zoveel als ze zelf denken te kunnen?
Wat weten we nu over de digitale vaardigheden van Nederlanders?
Het onderzoek levert verschillende interessante inzichten op. Allereerst laat het zien dat er in een aantal groepen ‘splintervaardigheden’ voorkomen. Daarvan is sprake als iemand goed kan omgaan met de ene digitale context, maar tegen problemen aanloopt in een andere context. Dat lijkt bijvoorbeeld te gebeuren bij jongeren. Zij weten vaak veel over het gebruik van social media en mobiele apps, maar zijn beduidend minder goed in het herkennen van nepnieuws.
Ten tweede blijkt dat het belangrijk is om op het gebied van digitale vaardigheden extra aandacht te geven aan lager opgeleiden. Zij lijken namelijk meer moeite te hebben met alle kritische digitale vaardigheden.
Ten slotte laat het onderzoek zien dat er op het vlak van digitale vaardigheden twee problematische thema’s zijn: het herkennen van phishing en het herkennen van nepwinkels. Want hoewel veel mensen hier moeite mee hebben, realiseren ze zich dit zelf vaak niet. En dat kan serieuze financiële problemen opleveren. In een wereld waarin het aantal nepwebwinkels en phishingberichten toeneemt, is het dan ook belangrijk om bewustzijn van deze problematiek te vergroten en alle mensen op dit vlak digitaal vaardiger te maken.
Wat willen Nederlanders zelf graag nog leren?
Nederlanders geven zelf aan meer te willen leren over het beschermen van de online privacy en het herkennen van online fraude. Dit sluit goed aan bij de problematiek die naar voren komt rondom het herkennen van nepwebwinkels en phishingberichten. Ook noemen velen het aanleren van meer praktische vaardigheden, zoals het bewerken van foto’s en/of video’s, het gebruik van een bepaalde programmeertaal en het maken van een website.
Over het algemeen willen jongeren vaker een programmeertaal leren. Mensen van 35 jaar en ouder vinden het juist belangrijker om meer te leren over het herkennen van online fraude. Men leert het liefst via een handleiding op internet, via filmpjes van Youtube of persoonlijk van een vriend of familielid.
Meer weten?
Het volledige rapport te vinden via deze link.