Elk jaar publiceert Centerdata halverwege december een groot aantal rapporten over de arbeidsmarkt in het onderwijs. Deze rapporten geven onder andere inzicht in de huidige en toekomstige personeelstekorten in het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo). De rapporten worden met de kamerbrief Lerarenstrategie aan de Tweede Kamer aangeboden. Hieronder lichten we de belangrijkste resultaten van de tekortmetingen po en vo, en de arbeidsmarktramingen uit.

Personeelstekorten primair onderwijs

In het primair onderwijs bedraagt het tekort aan leraren ongeveer 7.700 fte (8,1% van de werkgelegenheid). Dat is een daling ten opzichte van een jaar geleden (9.400 fte). De daling van het lerarentekort kan mogelijk deels samenhangen met het aflopen van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO), een extra financiering voor scholen om corona-achterstanden van leerlingen weg te werken. Het programma is beëindigd, maar scholen kunnen de middelen die zij hiervoor kregen nog besteden. We zien in het onderzoek dat de werkgelegenheid op NPO-middelen aanzienlijk is teruggelopen. Hierdoor zijn mogelijk ook leraren op de arbeidsmarkt beschikbaar gekomen wiens NPO-aanstelling afliep.

We zien in onderstaande figuur dat de tekorten aan leraren in het reguliere basisonderwijs tussen 2021 en 2023 zich steeds meer geconcentreerd hebben in en rond de vijf grote gemeenten (de G5: Almere, Amsterdam, ’s-Gravenhage, Rotterdam en Utrecht), met uitzondering van de stad Utrecht. We zien bijvoorbeeld dat de gemeenten ’s-Gravenhage en Rotterdam en de omliggende gebieden over de tijd steeds roder zijn geworden. In 2024 zijn de tekorten in veel arbeidsmarktregio’s weer wat gedaald. De belangrijkste uitzondering daarop is arbeidsmarktregio Flevoland.

Als we inzoomen op de G5 zien we dat de tekorten na een stijging in afgelopen jaren dit jaar constant gebleven zijn in Almere en Utrecht, en gedaald zijn in Amsterdam, ’s-Gravenhage en Rotterdam, zie onderstaande figuur.

Bij schoolleiding hebben we een tekort gemeten van ongeveer 850 fte. Een jaar geleden bedroeg dit ongeveer 1.275 fte.

Personeelstekorten voortgezet onderwijs                              

In het vo is een tekort aan leraren gemeten van 5,1% (ongeveer 3.800 fte) van de werkgelegenheid voor leraren. De lerarentekorten zijn, op enkele regio’s na, redelijk uniform over Nederland verdeeld, zoals te zien is in onderstaande figuur.

De omvang van de tekorten verschilt per onderwijstype. In het vmbo/havo/vwo gaat het om een tekort van 4,8%, in het praktijkonderwijs 6,9% en met 8,0% zijn de tekorten bij de internationale schakelklassen (isk) het grootst. In het vmbo/havo/vwo zien we daarnaast grotere tekorten in de tweedegraads sector (6,3%) dan in de eerstegraads sector (2,1%). Tekorten in het vmbo/havo/vwo verschillen per vak. De vakken met de grootste procentuele tekorten zijn NASK (Natuur-/Scheikunde), Informatica, Nederlands, Techniek en de beroepsgerichte vakken vmbo. Gemeten in fte zijn de grootste tekorten te vinden bij Nederlands, Wiskunde en de beroepsgerichte vakken in het vmbo.

Arbeidsmarktramingen

De arbeidsmarktramingen presenteren een blik in de toekomst van de arbeidsmarkt in het onderwijs bij ongewijzigd beleid. De belangrijkste graadmeter bij de arbeidsmarktramingen betreft de voorspelling van de onvervulde werkgelegenheid, oftewel het lerarentekort.

Voor het primair onderwijs verwachten we dat de tekorten na 2029 in alle arbeidsmarktregio’s toenemen. Daarbij houden de G5 naar verwachting de gehele ramingsperiode relatief de hoogste tekorten.

Voor het voortgezet onderwijs verwachten we dat de tekorten vanaf 2024 in alle regio’s zullen toenemen, maar zich in de toekomst wel iets meer in het westen van Nederland zullen concentreren.

Inzoomend op de vakken binnen het voortgezet onderwijs kunnen we deze voor de komende jaren (bij ongewijzigd beleid) als volgt indelen:

  • Permanente tekortvakken: Nederlands, Duits, Frans, Informatica, Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde en Klassieke Talen. Omdat Nederlands en Wiskunde grote vakken zijn, zijn de tekorten daar in absolute zin het hoogst.
  • Vakken met een afnemend tekort: Engels, Biologie, Aardrijkskunde, Economie, Maatschappijleer en Gezondheidszorg en Welzijn.
  • Vakken met een (licht) toenemend tekort: Levensbeschouwing.
  • Vakken met permanent lage tekorten: Geschiedenis, CKV, Kunstvakken, Lichamelijke Opvoeding, Overige Vakken

Andere publicaties

De arbeidsmarktramingen gebruiken ook de resultaten van IPTO en de loopbaanmonitor die Centerdata in opdracht van het ministerie van OCW uitvoert. Voor de rapporten van deze onderzoeken verwijzen we naar mirrorpedia.nl/publicaties. De resultaten van de arbeidsmarktramingen voor het voortgezet onderwijs kunt u in meer detail bekijken op planmirror.nl.