In 2012 heeft Centerdata het onderzoek “Consumentenprikkels voor efficiënt betalen” uitgevoerd in opdracht van de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen (SBEB).
In dit onderzoek werd onderzocht wat toonbankinstellingen en banken kunnen doen om geldopnames terug te dringen en pinbetalingen te stimuleren, om de maatschappelijke kosten van het betalingsverkeer te verlagen.
Grootschalig veldexperiment
Een van de onderzochte prikkels was het verlagen of verwijderen van voorkeuzebedragen op het scherm van een geldautomaat (zie Figuur 1). Zowel in laboratoriumsituaties waarin geldopnames nagebootst werden als in een kleinschalige pilot in samenwerking met de Rabobank, bleek een dergelijke aanpassing van de voorkeuzebedragen effectief in het verlagen van het gekozen opnamebedrag. Het huidige onderzoek is een grootschalig veldexperiment waarin 100 geldautomaten van vier Nederlandse grootbanken gedurende drie maanden zijn aangepast.
Figuur 1. Originele scherm (links) en testscherm (rechts)
Voorkeuzebedragen en geldopnamegedrag
Het achterliggende idee is geïnspireerd op onderzoek naar zogenaamde scale range effects in literatuur op het gebied van surveymethodologie, dat laat zien hoe antwoorden op vragen in enquêtes beïnvloed kunnen worden door de voorgedrukte antwoordopties. Die antwoordopties worden namelijk gebruikt als een referentiepunt, een startpunt van waaruit mensen verder gaan redeneren.
Zo voorspelden Thaler en Sunstein (2008) bijvoorbeeld dat mensen meer zullen doneren aan een goed doel wanneer de opties “€100, €250, €1000, €5000 (of ander bedrag)” voorgedrukt zijn dan wanneer de opties “€50, €75, €100, €150 (of ander bedrag)” voorgedrukt zijn. In het huidige onderzoek pasten we ditzelfde principe toe in de context van geldopnamegedrag, door de hoogste bedragen op het scherm (€150 en €250) te verwijderen. Consumenten hadden na de aanpassing nog steeds de mogelijkheid om een ander bedrag te kiezen (zie Figuur 1). De aanpassing vormde dus geen beperking van de keuzevrijheid van consumenten.
Analyse en resultaten
De gegevens over opnames en opnamebedragen van de aangepaste geldautomaten zijn door middel van een “difference-in-difference” analyse vergeleken met de transactiegegevens van dezelfde automaten drie maanden voorafgaand aan de aanpassing én met transactiegegevens in dezelfde periode van vergelijkbare automaten (bijvoorbeeld in dezelfde regio) die niet aangepast waren.
Uit de analyse bleek dat het verwijderen van de hoge voorkeuzebedragen het gemiddelde opnamebedrag verlaagde. Er waren geen aanwijzingen dat consumenten door de aanpassing vaker geld op gingen nemen (bij dezelfde automaten). De aanpassing leek dus het beoogde effect te hebben.
In de eerste helft van 2018 zijn alle geldautomaten van de Nederlandse banken aangepast. De aanpassing is een belangrijke eerste stap naar uniforme geldautomaten die voor iedereen makkelijk te bedienen zijn.