Dit rapport biedt een prognose van de onderwijsarbeidsmarkt voor het primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo), gebaseerd op actuele gegevens zoals de referentieraming 2024, personeelsformatiegegevens (tot oktober 2023) en de Macro Economische Verkenning (MEV). Het onderzoek maakt gebruik van het prognosemodel Mirror en houdt rekening met economische en demografische ontwikkelingen, zoals inflatie en bevolkingsprognoses.
Primair onderwijs: stijgende tekorten vanaf 2028
De voorspelling laat zien dat personeelstekorten in het primair onderwijs relatief stabiel blijven tot 2026, licht dalen in 2028, en daarna weer oplopen. Belangrijke factoren zijn de fluctuaties in bevolkingsprognoses, zoals een lager geboortecijfer en onzekere migratiepatronen. De grootste tekorten worden verwacht in stedelijke gebieden zoals Amsterdam en Rotterdam. Hoewel sommige regio’s verbeteringen tonen, blijft de krapte in de G5-gemeenten het grootst.
Voortgezet onderwijs: vakgerichte krapte
De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs laat een toenemende krapte zien, met aanzienlijke tekorten in vakken zoals Nederlands, Frans, Wiskunde, en Scheikunde. Vooral de tweedegraads sector (vmbo en onderbouw havo/vwo) wordt hard getroffen. Ondanks verbeteringen in de aanpak van aanvangstekorten blijft het algemene beeld van oplopende tekorten onveranderd. Klassieke talen zoals Latijn en Grieks vertonen een tijdelijke stabiliteit, maar hier worden op termijn ook grotere tekorten verwacht.
Middelbaar beroepsonderwijs: onvoorspelbare trends
De arbeidsmarkt in het mbo is minder voorspelbaar door een open structuur en de betrokkenheid van instructeurs naast docenten. Tekorten zijn deels afhankelijk van specifieke vakken en regionale vraag. Naar verwachting zal de druk op de arbeidsmarkt na 2027 iets afnemen door dalende studentenaantallen en uitstroom, hoewel vakken zoals Informatica en Nederlands tekorten blijven vertonen, vergelijkbaar met het vo.
Conclusies en beleidsaanbevelingen
De voorspellingen wijzen op blijvende uitdagingen in de onderwijsarbeidsmarkt. Regionale verschillen en vak-specifieke tekorten benadrukken de noodzaak van gericht beleid, zoals verhoging van de instroom via zij-instromers, verlaging van uitstroom en vergroting van deeltijdbanen. Aanvullend beleid en innovatieve oplossingen blijven cruciaal om toekomstige tekorten op te vangen.
Met deze inzichten biedt het rapport waardevolle input voor beleidsmakers en onderwijsinstellingen om proactief in te spelen op arbeidsmarktontwikkelingen.